Update 32: Niet gestrand op Robinson Crusoe

Op ongeveer 700km voor de kust van Chili ligt de eilandengroep Juan Fernandez. Wij bezoeken hiervan het meest toegankelijke eiland; Isla Robinson Crusoe. Dit is de plek waar Alexander Selkirk in 1704 voor ruim 4 jaar als cast away doorbracht en wiens verhaal daarna als bron van inspiratie heeft gediend voor het boek Robinson Crusoe.

Twee keer per week vliegt Aerocardal naar het eiland met een klein vliegtuigje. Samen met 4 andere passagiers vertrekken we vanaf Santiago en ruim 2 uur later zien we beneden ons de steile rotsen van het eiland uit de oceaan opdoemen. Het is een wonder dat er nog een landingsbaan past op het eiland maar bovenop de kliffen is hier een keurig vliegveldje aangelegd en met een paar schommelingen door de harde wind komen we ruimschoots voor het einde van de baan tot stilstand.

Van het vliegveld naar het enige dorpje op het eiland is geen weg (er gaat alleen een voetpad dat 6 uur lopen betekent) dus stappen we over in een bootje die ons in 1,5 uur varen naar de andere kant van het eiland brengt. De huizen liggen in de beschutting van de baai met aan de achterkant stijle groene pieken die honderden meters de lucht in gaan en waar continu wat wolken en mistflarden omheen hangen.

Robinson Crusoe heeft twee endemen: de Juan Fernandez Firecrown en de Juan Fernandez Tit-Tyrant. Hoe deze twee kleine vogels ooit de oversteek hebben gemaakt over 700km oceaan om zich hier te vestigen is iets waar we ons meerdere keren over verwonderen. In de ochtend klimmen we omhoog achter het dorp tot we ons midden tussen de oorspronkelijke planten en bomen van het eiland bevinden (het eiland heeft meer dan 200 endemische plantensoorten).

Hier vinden we best veel Tit-Tyrants en een aantal Juan Fernandez Firecrowns waaronder een baltsend paartje. Het bijzondere aan deze kolibrie is dat het mannetje en vrouwtje een totaal ander uiterlijk hebben waardoor men eerst dacht dat het twee verschillende soorten waren; het mannetje is helemaal oranje terwijl het vrouwtje een witte buik en staart, groene rug met blauw voorhoofd heeft.

De oceaan rondom het eiland is minstens zo interessant voor vogels als het land. Met een lokale bootbezitter hebben we de afspraak gemaakt voor een 4-uur durende pelagic. Op de eerste dag kan deze niet doorgaan vanwege de harde wind maar dag 2 is het zover; met een bak vol stinkende vis om de vogels te verleiden varen we de haven uit.

Vanuit de baai hebben we met de telescoop al gezien dat er veel zeevogels een stukje buiten de baai bogen en als we dichterbij komen is het minstens zo gaaf als we hadden gehoopt; het duurt niet lang voordat er tientallen Juan Fernandez Petrels met hoge snelheden vlak langs de boot scheren.

In de uren daarna blijven de aantallen vogels hoog en zien we ook grote groepen Pink-footed Shearwaters, verschillende Kermadec Petrels, 3 keer een De Filippi’s Petrel en tot wel 5 keer de kleinere White-bellied Storm Petrel die langs de boot komt dartelen. Met ook nog een aantal Black-browed Albatrosses en Giant Petrels was de tocht de (lichte) zeeziekte meer dan waard.

De laatste ochtend is het gelukkig ook rustig qua weer want het gebeurt regelmatig dat de vlucht vanwege weersomstandigheden met een dag of wat wordt vertraagd. Het komt ook voor de eilanders wel goed uit want vandaag is het eiland in de ban een minister die op deze dag naar het eiland komt en waardoor duidelijk van alles in gereedheid wordt gebracht en schoongemaakt. Het levert ons wat vertraging op voor onze terugvlucht maar ook weer mooi inkijkje in het leven van een kleine eiland gemeenschap (op Robinson Crusoe wonen ongeveer 700 mensen). Met een glimlach op ons gezicht verlaten we deze mooie plek.