Update 42: Caribische families

Nadat we een aantal jaar geleden Cuba en Jamaica bezochten staan nu de andere twee grote eilanden van de Cariben op het programma: Dominicaanse Republiek en Puerto Rico. De Caribische eilanden zijn voor vogelaars erg interessant doordat er veel endemische soorten en zelfs eigen families te vinden zijn. Het totaal aantal soorten dat we hier zien is niet zo groot maar wat er zit is wel veelal uniek.

We beginnen op de Dominicaanse Republiek dat maar liefst 3 endemische vogelfamilies heeft. Twee daarvan; Black-crowned Tanager en Palmchat zijn wijdverspreid en de eerste ochtend in de Botanical Garden van Santo Domingo hebben we beide snel gevonden. Vooral de Palmchats zijn erg luidruchtig en ze hebben het grappige gedrag om grote groepsnesten te bouwen in palmbomen en continu nieuwe takken daarheen te brengen voor verdere verstevigen en uitbouw.

Voor de laatste endemische familie, de Chat-Tanager, moeten we de bergen in. Hiervoor hebben we een grote een pick-up gehuurd en om 4 uur ‘s morgens hobbelen we in het donker omhoog over de stenige weg. Met het eerste licht zijn we op 1600m waar het duidelijk een stuk natter en koeler is dan beneden. Een stukje lopen levert al snel meerdere nieuwe endemen op (waaronder de felgroene Narrow-billed Tody) en ook de Chat-Tanager laat niet lang op zich wachten.

We zijn hier vlakbij de grens met Haïti en op de terugweg is heel pijnlijk zichtbaar hoe aan de Haïti-kant bijna al het bos gekapt is. De Dominicaanse Republiek is niet heel rijk maar vergeleken met hun buurland hebben ze toch heel veel dingen goed voor elkaar.

Na 6 dagen hoppen over naar Puerto Rico waar een nieuwe selectie eilandendemen op ons wacht. Ondanks dat je nog duidelijk sporen ziet van de verwoesting van orkaan Maria valt ons vooral op hoe welvarend dit eiland is vergeleken met andere Caribische eilanden, onderdeel van de US zijn levert duidelijk iets op. De vogels zijn gelukkig nog steeds goed te vinden.

Puerto Rico heeft één endemische familie; de Puerto Rican Tanager die voorkomt in de groene heuvels aan de zuidkant van het eiland. Qua uiterlijk vinden we hem nog best lijken op de Chat-Tanager maar kennelijk hebben wetenschappelijke studies aangetoond dat het een aparte familie is dus thuis gaan we nog maar een keer uitzoeken hoe dat precies zit.

9 dagen blijkt ruim voldoende te zijn om alle endemen van beide eilanden te vinden, waarbij er ook nog voldoende tijd is om te relaxen en met een boek over een blauwe zee uit te kijken.

Nog maar één week te gaan in onze wereldreis! Voor onze laatste stop vliegen we door naar North Carolina om bij Jelmer op bezoek te gaan en een rondje East Coast US te vogelen.