Update 30: Familie weerzien in Vuurland

Ushuaia is de meest zuidelijke stad van de wereld (volgens de Argentijnen), in de punt van Zuid-Amerika; hier eindigt de Pan-American highway (ruim 17 duizend kilometer vanuit Alaska) en vertrekken er in deze tijd van het jaar dagelijks meerdere boten naar Antartica. Bij het vliegveld halen we Jan en Lia op (de ouders van Rob) die ons de komende 10 dagen zullen vergezellen op een rondje door het zuidelijkste deel van Chili en Argentinië.

We starten in de bergen direct achter Ushuaia. Dit zijn de laatste kammen van de Andes waar op veel pieken het hele jaar door sneeuw ligt. De target is vandaag de White-bellied Seedsnipe; een zeldzame vogel die broedt op de mossige steenhellingen boven de boomgrens. Bij de Garibaldi Pas klimmen we omhoog tussen de bomen (het is even zoeken want er is hier geen pad) maar dan staan we in het juiste habitat. Met het team nu 4 man sterk kunnen we goed verspreiden en alle hellingen afzoeken. De vogels hebben zo’n goede schutkleur dat je ze pas van dichtbij opmerkt. Struinend door het enorme gebied wordt al snel duidelijk dat we een speld in een hooiberg zoeken. Op de valreep is het toch raak; alweer bijna terug bij bij de afdaling vinden we een adult met 2 jongen op een puinhelling, wat een geluk!

De dag daarna verkennen we de andere kant van Ushuaia met boottocht het Beagle kanaal op. Het is flink koud met harde wind maar we hebben ons warm aangekleed en terwijl de meeste toeristen warm binnen zitten genieten wij op het bovendek van de langszijlende albatrossen (Black-browed Albatross) en Southern Giant Storm-Petrels.

Na 2.5 uur varen komen we bij een eilandje in het kanaal dat helemaal vol staat met pinguïns: honderden Magellanic Penguïns met holen verspreid over de heuvel, een parmantige groep Gentoo Penguïns (de meest noordelijke populatie) en als hoogtepunt een paartje King Penguïns op het strand. Met hun statige figuur en het fel-geel met grijs en zwarte kleed is deze laatste toch wel een van de mooiste pinguïns die er is.

We vervolgen onze weg op Tierra del Fuego (Vuurland) naar de Chileense kant, wat veel meer uit heuvels en graslanden bestaat. Vanuit het kleine stadje Porvenir gaan we op zoek naar de Magellanic Plover, een op een plevier lijkende soort die leeft op kiezelstranden van de meren in het zuiden van Patagonië en die na onderzoek een totaal eigen familie bleek te zijn. Tijdens het struinen langs de oever zien we eerst een aantal andere soorten zoals de Cinnamon-bellied Ground-Tyrant, Patagonian Yellow-Finch en Short-billed Miner. Maar het duurt niet lang voor we ook een paartje Magellanic Plovers vinden die zich van erg dichtbij laten bekijken en heel mooi hun knalroze poten showen.

Inmiddels hebben we Tierra del Fuego weer verlaten en zijn we doorgereisd richting Torres del Paine, maar daarover meer in de volgende blog.