Australia [2018]

We spend 2,5 month driving around 2/3ths of Australia to see as many new species as possible. Since we had been in Papua just before this trip we didn’t try for the longest list possible, but we did all right seeing 559 species in total. Because this was quite a long trip and the covered area is huge we tried to give some overview in our report. We visited 11 birding areas, skipping the Iron Ranges and Western Australia. We decided to drive the entire trip which meant we could only see some additional species along the way that are otherwise hard to reach.
Since we are still traveling this is a preliminary trip report with our main findings and a rough annotated species list (counts are incomplete and subspecies indication is missing). Please send us an email if you are looking for specific information and can’t find it in the report.

Click here for our report
Some photos
GPS

Update 25: Omhoog langs de groene kust

We hebben Australië leren kennen als een land met twee werelden; aan de ene kant de ruige lege outback, waar echte cowboys met hun koeien of schapen leven op enorme stukke grond, en waar je uren kunt rijden zonder iemand tegen te komen (anders dan kangoeroes of Emu’s). Maar aan de andere kant heeft Australië ook het druk bewoonde deel langs de zuid-oost kust wat er totaal anders uitziet; hier wonen de meeste Australiërs in een vruchtbare groene kuststrook van Melbourne tot Brisbane en rijden we tussen de frisgroene heuvels, dichte bossen en drukke dorpjes en steden met overal stoplichten. Na bijna 2 maanden in de leegte geweest te zijn is het even wennen om meermaals in de ochtendspits terecht te komen.

Ook de vogels zijn hier totaal anders met felgekleurde Australian King Parrots die krijsend tussen de bomen vliegen, Green Catbirds die miauwen vanuit de bladeren en Australian Logrunners en Wonga Pigeons die over de bodem scharrelen.

De meest bijzondere vogel is echter de Superb Lyerbird. Dit is een van de eerste zangvogels die ooit is ontstaan en die al die tijd heeft overleeft in het oeroude regenwoud wat door de tijd heen weinig veranderd is. Lopend tussen de varens die soms tot boven onze hoofden groeien en bomen die tientallen meters de hoogte in gaan is het eerste wat we horen de bizar luide zang; De Lyrebirds zijn instaat geluiden die ze om zich heen horen perfect te intimideren en al deze variaties aan elkaar te rijgen tot een luid en complex lied. Dit kan zelfs het geluid zijn van kettingzagen en camera’s zoals David Attenborough al jaren geleden in dit filmpje laat zien.

Naast zijn geluid is de Lyrebird ook uitgedost met een mooi verenkleed; Als een soort kruising tussen een fazant en een paradijsvogel heeft het mannetje hele lange getekende staartveren die hij achter zich aan zwiept terwijl hij de bosbodem omwoelt op zoek naar eten.

De groene bossen vormen een mooie afsluiting van onze rondrit van 2,5 maand over dit enorme continent. Begin september begonnen we het rondje in Brisbane en na 26.000km zijn we weer terug bij af (met zowaar geen enkele lekke band onderweg!). Het voelt gek om onze auto weer in te leveren en alle spullen terug in de rugzakken te pakken maar het is tijd voor de laatste etappe van het Australië avontuur: vandaag vliegen we naar Tasmanië!

Update 24: Heersers van de oceaan

Op verschillende plekken in ons Australië rondje tikken we de kustlijn aan. In Queensland en in Darwin zijn dit tropische wateren maar eenmaal in het zuiden kijken we uit over de woeste oceaan met grote golven die zo uit Antarctica komen rollen. Deze koude voedselrijke wateren in het zuiden (de Great Australian Bight en de Tasman Sea) zijn een belangrijk leefgebied voor zowel walvissen en zeevogels.

Bij Sydney krijgen we de kans om hier wat van mee te krijgen door een dag met een pelagic mee te gaan.

Om 6:30 staan we klaar in een haventje langs een van de armen van de Sydney baai. Het is de start van een mooie lentedag als de vissersboot binnenvaart. Vandaag zal de boot alleen geen vis gaan vangen maar gaan we samen met 15 vogelaars op zoek naar vogels die je vanaf land nooit te zien krijgt.

Terwijl we de baai uitvaren maken we kennis met de rest van de groep en is het snel duidelijk wie de lokale experts zijn die al meer dan 20 jaar deze boottochten organiseren. Elke boottocht kan zomaar iets zeldzaams opleveren dus wordt er veel gespeculeerd over wat we mogelijk kunnen gaan zien.

Om zeevogels te lokken gaan er 2 emmers visafval mee wat in brokjes en beetjes achter de boot wordt gegooid; met name de geur van visolie met stukken haaienlever kunnen vogels van kilometers afstand ruiken. Het duurt even als we de kust verlaten maar dan zien we de eerste Wedge-tailed Shearwaters achter de boot verschijnen.

De beste plek om zeevogels te vinden is waar er koud water vanuit de diepe oceaan omhoog komt wat heel voedselrijk is. Het eerste stuk zee bij Sydney is nog vrij ondiep maar 35km uit de kust verdwijnt de zeebodem in een dropoff; onzichtbaar vanaf boven water maar direct te merken aan de hoeveelheid vogels. “Incoming Albatross 3 o’clock!” Met krachtige slagen en dan weer honderden meters moeiteloos glijdend verschijnt de eerste Campbell Albatross. Wat een fantastisch mooie vogel!

De boot wordt stilgelegd (wat tot nog meer deining leidt en een hele uitdaging om staande te blijven). Maar het duurt niet lang voordat er overal vogels verschijnen en het lastig kiezen is waar je moet kijken. Tussen de Shearwaters verschijnen Grey-faced Petrels, een kleine Wilson’s Storm-Petrel trippelt langs terwijl er inmiddels verschillende soorten albatrossen rond de boot vliegen waaronder de Wandering Albatross; de vogel met de grootste spanwijdte ter wereld!

Dan vliegt er opeens een kleinere Petrel langs met een lichte onderkant. “Cooks Petrel!!” wordt er geroepen terwijl iedereen op de bewegende boot probeert de vogel in zijn verrekijker te krijgen. Dit is een hele zeldzame voor een Sydney pelagic en er zijn verschillende sterk gelijkende soorten. Rob is de enige die foto’s heeft kunnen maken in het snelle voorbij gaan wat helpt in de discussie die volgt.

Alhoewel onze magen af en toe een moeilijk moment hebben (de pilletjes werken gelukkig best goed) is het toch jammer en veel te snel dat we weer moeten omkeren en de terugtocht wordt ingezet. Het was hoe dan een super geslaagde dag met 4 soorten Albatross, 5 soorten Petrel, 5 soorten Shearwaters en een Storm-Petrel! Met zeebenen lopen we terug naar de auto en ook ‘s avonds in de tent deint de wereld nog een beetje. We staan nog op de reserve lijst voor een volgende pelagic, volgende week vanuit Brisbane dus nu maar dat hopen dat die doorgaat. Dit smaakt absoluut naar meer!

Update 23: Oh Plains Wanderer

Australië heeft een aantal vogelfamilies die uniek zijn voor het land: Mudnesters, Bristlebirds, Scrubbirds, Lyrebirds en de Plains Wanderer. Deze laatste familie bestaat maar uit één soort (meest nauw verwant zijn de Seedsnipes van Zuid-Amerika) en deze is extreem lastig om te vinden. Zoals zijn naam doet vermoeden is de Plains Wanderer nomadisch in uitgestrekte graslanden en daarnaast ook nog vooral ‘s nachts actief.

Normaal gesproken vinden we het het leukst om zelf de vogels te zoeken maar dat is in dit geval een onmogelijke opgave. Er is maar één man in Australië die weet waar je ze kunt vinden en dat is Phil; half cowbow, half vogelfanaat houdt Phil zich al sinds 1980 bezig met het opsporen van Plains Wanderers waarvoor hij er meerdere nachten per week op uit trekt. Al vanuit huis boeken we een plekje op een van zijn weekend tours vanuit Deniliquin maar de droogte waar we eerder al last blijkt alleen ook hier van grote invloed te zijn…

Dat belooft niet veel goeds dus licht gespannen staan we zaterdagochtend klaar op het vertrekpunt van de tour. In totaal zijn er 9 deelnemers verdeeld over twee jeeps; 3 Engelse wereldvogelaars, een echtpaar uit Adelaide, een fanatieke 14-jarige met zijn moeder en wij. Even wennen om met zo’n grote groep op stap te zijn maar het begint goed met Square-tailed Kite bij een nest en meerdere Superb Parrots.

Aan het eind van de middag rijden we naar de graslanden en bouwt de spanning verder op. Het is een mooie rustige dag en we hebben al een aantal soorten gezien die hij afgelopen weken niet had, zou dat de kans weer vergroten voor de Plains Wanderer?

Als de zon onder is gaat het echte werk beginnen: Beide jeeps hebben zowel aan de voorkant als aan de zijkanten enorme lampen waarmee we kriskras door de graslanden rijden hopend dat de spotlight een vogel vindt. Na een uur vinden we de eerste vogels; een groepje Banded Lapwings (steltlopers van de droge vlaktes) en even later een Eastern Barn Owl.

We vervolgen het rijden en scannen tot er over de walkie-talkie het nieuws komt dat de andere auto een Inland Dotterel heeft gevonden. Deze schaarse soort hebben we eindeloos gezocht langs de Birdsville track een paar weken geleden maar toen niet gevonden dus deze herkansing is zeer welkom!

Nu blijft alleen de Plains Wanderer nog over. Het succes van het eerste deel van de avond heeft de moed wat doen stijgen en met de woorden van Phil over de walkie-walkie “Let’s go and find that Plains Wanderer mate” begint de laatste zoektocht. We zoeken en rijden rondje na rondje door het gebied waar hij ze normaal ziet maar zonder resultaat (de paaltjes met lintjes die wijzen op eerdere waarnemingen zijn een pijnlijke herinnering). Het is na middernacht als de zoektocht wordt gestaakt en we verslagen aan de terugweg beginnen.

Van alle soorten in Australië is dit misschien wel de aller-pijnlijkste om te missen. Het is in ieder geval onze eerste echte grote dip van de reis. (Dippen is het niet zien, of missen van een soort in vogelaarstaal. Wat er de oorsprong van is weten we ook niet). Deze dip slaat ook meteen een deuk in onze ambitie om komende paar jaren alle families van de wereld compleet te krijgen. Als we dat willen zullen we nog een keer terug moeten komen naar Deniliquin en hopen dat Phil ze komende jaren blijft vinden.

Of was dat juist zo leuk aan vogels kijken? Dat er altijd nog iets over blijft wat je nog niet gezien hebt? Misschien komt dat gevoel over een paar dagen weer…