Update 22: Lente in het zuiden

We zijn aangekomen in de lente! South Australia heeft duidelijk een meer temperate klimaat en kent vier duidelijke seizoenen. Oktober is het midden van de lente en dat is te merken; aan de kust zijn overal bloemen en frisse blaadjes aan de bomen met een heerlijke temperatuur van ‘s nachts 10-15 graden wat overdag opwarmt tot rond de 30.

Ook voor de vogels is het duidelijk voorjaar met veel meer activiteit overdag en zingende mannetjes die hun territoria afbakenen. Zo zien en horen we overal Spotted Pardelotes (deze kleine vogels broeden in smalle tunnels in de grond) en reageert de Rufous Treecreeper heel fel als we in zijn gebied komen.

Ook de Emu papa’s zien we in de kust regio trots rondlopen met ieder een kleine kudde aan kleine pluizige Emu’s achter zich aan (mannetjes van deze soort dragen zorg voor de jongen tot wel 18 maanden). De Emu is de grootste vogel van Australië en hier in het zuiden een stuk algemener dan de enkeling die we in het noorden zagen. Wij zijn inmiddels groot fan van deze loopvogel en elke keer dat we ze onderweg tegenkomen is het een klein feestje (Vliegen kunnen ze niet maar lopen des te beter; een volwassen Emu gaat ongeveer 35km per uur hebben we een paar dagen geleden gemeten toen een vogel er voor koos eindeloos voor onze auto uit te blijven rennen op een smalle track)

Na een krappe week de kust naar het westen verkend te hebben vervolgen we onze weg oostwaarts richting de staat Victoria. Ook hier is het lente maar is er dusdanig weinig regen gevallen dat velden die normaal groen zijn er nog steeds dor en droog bijliggen (met uitzondering van alle wijngaarden en gazonnetjes die worden gesproeid).

Vogels hebben ook last van wegblijven van de regens en sommigen stellen zelfs het broedseizoen helemaal uit. De Malleefowl is zo’n voorbeeld; normaal gesproken in deze tijd van het jaar zijn ze bezig met het maken van grote natte bladerbergen waar ze hun eieren in begraven om ze door de warmte van het rottingsproces te laten uitbroeden. Natte bladeren zijn er momenteel niet en daarmee is er ook nog geen enkele actieve “Malleefowl mount” gezien dit jaar. Gelukkig voor ons is er een plan B en vinden we een stuk weg waar ze aan het einde van dag komen fourageren.

Komende week reizen we verder door de lente richting het oosten en gaan we zien welke impact de droogte nog gaat hebben op onze vogelplannen. De tijd lijkt erg snel te gaan (elke dag is Bird-Eat-Sleep-Repeat) maar we hebben nog een maand te gaan in Australië en de targetlijst belooft nog veel moois.

P.S. Voor wie sinds update 18 in spanning zat over de Grasswrens; we hebben ze inmiddels allemaal gezien! Hieronder de laatste die het rijtje voor deze route compleet maakt.

Update 21: Bijzondere ontmoetingen in the Middle of Nowhere

Door het meest afgelegen centrum van Australië lopen verschillende “Outback Tracks”; dirt roads die de spaarzame road houses en dorpjes verbinden door de eindeloze lege woestijn. We verkennen in het noord-oosten van South Australia drie van deze tracks; de Oodnadatta, Birdsville en Strezlecki track voor een paar van de meest zeldzame vogelsoorten van het continent en de meest ruige outback ervaring dat je hier kunt krijgen.

Het landschap is ondanks de leegte heel gevarieerd; stenige rotsen wisselen af met rode, witte en okergele heuvels, grassige hellingen en uitgestrekte gibber vlaktes. Gibber bestaat uit kleine steentjes en heeft als kenmerk te veranderen van kleur afhankelijk van welke kant het licht komt; van diep rood tot donker grijs (onderste 2 foto’s zijn op dezelfde plek gemaakt)

Na een paar honderd km over de Birdsville track komen we aan bij Mungarannee Roadhouse; een oude bar en hotel, mijlenver van de rest van de wereld, waarbij het wel lijkt of we een filmset binnen gaan: Achter de bar staat een oude baard die om 1 uur ‘s middags al flink bier aan het drinken en niet meer uit zijn woorden komt. De andere twee gasten zijn een Aussie die vertelt bezig te zijn met lopend van zuid naar noord Australië door te steken (hij loopt 40km per dag terwijl hij een kar met alle spullen voort trekt) en een schimmig figuur die duidelijk op de vlucht is voor iets en naar een plek zoekt om 2 weken onder te duiken. Vervreemd van alle bizarre gesprekken stappen we 2 uur later weer de hitte en de leegte in. Als we een dag later ook nog een Nederlander op de fiets tegenkomen is de set aan bijzondere ontmoetingen midden in de woestijn compleet.

We vervolgen onze weg richting Birdsville, waarbij er soms uren voorbij gaan zonder dat we überhaupt een vogel zien. De wind is ook flink opgestoken en met 38 graden en een kleine storm (plus dat het stikt van de vliegen) wordt het zoeken niet makkelijker. Gelukkig wordt ook hier ons doorzettingsvermogen beloond; we vinden ondanks de wind een heel mooi groepje Grey Grasswrens en hebben we veel geluk met Flock Bronzewing; deze zeldzame nomadische duif hadden we eigenlijk niet op gerekend maar zien we uiteindelijk heel mooi langs vliegen en zelfs nog even aan de grond.

De hoofdprijs van de outback bewaren we tot het laatst wanneer we 240km (enkele reis) de Strzelecki Track afreizen op zoek naar de Letter-winged Kite. Deze zwart-witte roofvogels jagen net als uilen vooral ‘s nachts en brengen het grootste deel van de dag door slapend in een boom. We weten dat er eind september nog 9 Kites zijn gezien in het gebied maar als we aankomen en meer dan 3 uur besteden aan alle bomen aflopen en speuren worden we toch een beetje zenuwachtig. De rest van de dag blijven we zoeken en posten maar zien we geen spoor van de vogels.

Er is een kans dat de Kites na hun nachtelijke jagen zijn aangekomen dus kamperen we vlakbij en vanaf het eerste licht in de ochtend maken we opnieuw een ronde langs alle bomen. Het is inmiddels 8 uur en langzaam verliezen we de hoop als Rob opeens een Kite ziet komen aanvliegen. Een golf van opluchting en blijdschap volgt als we deze waanzinnig mooie vogel vlak boven ons zien, een mega zeldzame soort en een fantastische afsluiting van ons Outback Tracks avontuur!!

Na meer dan 2000km dirtroad zijn we blij als we weer bij het asfalt aankomen, tijd voor een douche na al dat stof! De komende dagen rijden we kuststrook van South Australia binnen, waar het aanzienlijk dichter bevolkt is.

Update 20: Water in de woestijn

In de uitgestrekte leegte en droogte van de outback zijn verrassend veel vogels te vinden. Deze soorten hebben zich dusdanig aangepast aan het droge klimaat dat alles zich voltrekt rondom de zeldzame regens. Regen betekent voedsel en daarmee de start van het broedseizoen, aangezien de planten op het water reageren door vol te gaan bloeien wat voor vogels weer nectar en zaden brengt. Regens zijn alleen heel onvoorspelbaar en tijdens ons bezoek aan de Red Center is het heel erg droog. Alleen in het Desert Park van Alice Springs krijgen we een klein inkijkje in hoe een bloeiende en springlevende woestijn eruit ziet (het park gebruikt watersproeiers).

In droge tijden hebben vogels toch water nodig om te overleven wat inhoudt dat ze vele kilometers afleggen om bij een van de schaarse drinkplekken te komen. Dit kan een poel in een droge rivierbedding zijn, een lekkende waterleiding maar ook de voor koeien aangelegde drinkplaatsen zijn een goede bron voor water (deze ‘bores’ worden omringd door dijkjes met een klein windmolentje er bij om het water uit de grond omhoog te pompen). Om in de droogte de vogels te zien te krijgen is heel stil bij een drinkplaats gaan kijken dan ook een van de beste strategieën.

De twee belangrijkste soortgroepen waarvoor we verschillende drinkplekken bezoeken zijn vinkjes (waarvan de Zebra Finch een van de algemeenste maar ook mooiste is) en papegaaien, waaronder de Australian Ringneck en Mulga Parrot.

Deze laatste twee zien we een stukje ten noorden van Alice Springs waar we in het laatste uur zonlicht heel stil wachten op het dijkje van de bore. De papegaaien zijn heel schuw en eerst verkennen ze uitgebreid vanuit de struikjes aan de zijkant of de kust veilig is. We durven bijna niet te bewegen als ze heel voorzichtig naar de rand van de modder vliegen en daarna stapje voor stapje naar het water gaan.

Terwijl het laatste licht verdwijnt komen ook een aantal kangoeroes naar de waterrand om te drinken. De belangrijkste gast moet echter nog arriveren; de Bourke’s Parrot. Deze zeldzame papegaai is de hoofdreden van ons bezoek aan de bore en turend in de schemer wachten we af. Als het al bijna donker is horen we een licht tinkelende kwetter en dan… plof, plof. Onze verrekijkers kunnen nog net de twee kleine grijsblauwe vogels met witte oogringen onderscheiden die langzaam naar de waterkant lopen. Deze soort staat er om bekend dat hij ‘s morgens en ‘s avonds in de schemer komt drinken wat betekent dat we de volgende ochtend nog een kans hebben om ze wellicht iets beter te zien.

In het donker zetten we onze tent op in het rode zand niet ver van de bore en slapen onder een fantastische sterrenhemel (de droge woestijnlucht zorgt er voor dat je ontelbaar veel sterren kunt zien). De volgende ochtend zitten we om 5:35 in het half donker weer op het dijkje. We hadden niet veel later moeten zijn want binnen een paar minuten horen we de eerste plof, gevolgd door nog veel meer. Op het hoogtepunt tellen we meer dan 70 Bourke’s Parrots en terwijl het langzaam licht wordt kunnen we ze uitgebreid bekijken. Nog voor eerste zonnestraal zijn ze allemaal weer de woestijn in verdwenen. Wat een magisch schouwspel dat we zojuist hebben mogen zien.

Inmiddels hebben we Alice Springs verlaten en zijn we via een bezoek aan Uluru (Ayer’s Rock) doorgereisd naar South Australia. Na ruim een maand in dit land te zijn lopen de dagen steeds meer in elkaar over en is gevoel van tijd langzaam een beetje kwijt. Komende dagen blijven we in ieder geval nog in de lege woestijn waar we het asfalt gaan verlaten voor honderden kilometers dirt roads.

Update 19: Rock art birds

Vanuit Mount Isa steken we de grens over naar de Northern Territory; de dunst bevolkte staat van Australië (in totaal wonen er nog geen 250k mensen op een enorme oppervlakte). Voor het eerste deze reis krijgen we in het Kakadu National Park ook iets mee van de oorspronkelijke bewoners van Australië, voordat het land door Europeanen werd ‘ontdekt’. Het Kakadu natuurgebied bestaat uit zandsteen rotswanden omringd door groene vlaktes en voor duizenden jaren achtereen is dit een onderkomen geweest voor de eerste mensen van het continent, met name in het regen seizoen.

De Aboriginal cultuur hier gaat duizenden jaren terug, wat te zien is in oude rotsschilderen op verschillende locaties in het park. Deze “rock art” plekken zijn naast populaire toeristen bestemmingen ook de enige plek voor een aantal zandsteen vogelsoorten. Hier komt onze route samen met die van vele andere bezoekers, maar er zullen weinig mensen zijn die de Sandstone Shrike-thrush en Chestnut-quilled Rock-pigeon hebben opgemerkt in alle drukte.

Na een White-lined Honeyeater die we op het heetst van de dag vinden is de Black-banded Fruitdove de laatste “zandsteen vogel” die we nog zoeken; deze soort heeft zich gespecialiseerd in inheemse vijgenbomen die groeien op schaduwrijke zandsteen rotshellingen. Gelukkig hebben we een telescoop en kunnen we dus ook de verder gelegen rotshellingen van grote afstand checken. Onze strategie werkt en alhoewel de vogel best ver zit kunnen we hem in de scoop goed bekijken. Tijd om Kakadu weer te verlaten en door te reizen naar Darwin.

Het vinden van de vogels is deze dagen wel hard werken; het grootste deel van de dag is het heel warm en stil en veel plekken bezoeken we meerdere keren voordat het lukt om de vogels te vinden (en ook een paar soorten zoals de Red Goshawk vinden we na meerdere pogingen helaas niet). Uiteraard hoort dit bij het vogelkijk spel en is die onvoorspelbaarheid ook deel van de charme, maar het gemak waarmee alle targets lukten in Queensland lijken we een beetje kwijt te zijn. Een aantal mooie soorten zoals de Rainbow Pitta en de Partridge Pigeon laten zich gelukkig wel goed zien.

Aangezien kamperen niet ideaal is met warme plakkerige nachten verruilen we eenmaal in Darwin de tent voor een hotelkamer. Met airco en een zwembad is dit een prima uitvalsbasis waar vandaan we langs de kust bij Darwin zoeken naar verschillende mangrove soorten. Hiermee hebben we het noordelijkste punt van ons Australië rondje bereikt waarna we weer terug het binnenland in rijden.